Benchtraining
Een bench, oftewel kamerkennel of hondenbox, is een metalen kooi die speciaal voor honden is bedoeld. Hoewel een bench helaas niet echt goedkoop in aanschaf is, loont de aanschaf ervan vaak toch de moeite. Het gebruik van de bench kan erg nuttig zijn bij de zindelijkheidstraining en bij het voorkomen van probleemgedrag bijvoorbeeld wanneer de hond alleen is. Het gebruik van de bench maakt een mand overbodig.
Wat zijn nu de voordelen van het gebruik van een bench?
Uw hond zal zich prettiger voelen in de bench wanneer hij alleen thuis moet blijven. De bench is voor de hond een soort hol waarin hij veilig is, zoals honden in het wild ook een veilig hol hebben. De kans dat hij de de hele buurt bij elkaar jankt is daarom ook een stuk kleiner!
Uw hond krijgt de kans niet om "rottigheid" uit te halen terwijl u weg bent. Toch prettig natuurlijk wanneer u zeker weet dat uw hond zich niet tegoed zal doen aan uw bankstel of uw vloerbedekking!
Wanneer uw hond nog niet (helemaal) zindelijk is, vergroot het gebruik van de bench de kans dat het toch "droog" blijft terwijl u weg bent (ook 's nachts!). Een hond zal namelijk zijn eigen hol niet graag bevuilen. Alleen in uiterste nood (en zo lang blijft u natuurlijk niet weg) zal de hond in zijn eigen bench plassen of poepen. Niet alleen scheelt u dit een hoop dweilen; het is ook belangrijk dat het proces waarin het een gewoonte wordt om alleen buiten te plassen en te poepen niet te doorbreken. Ideaal bij de zindelijkheidstraining van een puppy.
Voordat u de hond in de bench opsluit wanneer hij alleen thuis moet blijven, moet u ervoor zorgen dat de hond de bench als een prettige, veilige, ligplaats gaat beschouwen. U zet de bench in de woonkamer, op een tochtvrije plek. Het liefst op een plek van waaruit de hond de kamer goed kan overzien (de meeste honden vinden dit prettig). In de bench legt u een deken of iets dergelijks, zodat de ondergrond aangenaam is om op te liggen.
Wennen
Om de hond te wennen aan de bench geeft u hem een lekkere kluif die hij in de bench op mag eten of een gevulde kong. Het deurtje van de bench blijft open, maar als de hond zijn kluif of kong wil meenemen naar een andere plek brengt u hem rustig terug naar zijn nieuwe "plaats". Dit houdt u een aantal dagen vol; iedere kluif of ander lekkers die de hond krijgt laat u hem in de bench opeten. U kunt het beste pas doorgaan met de volgende stap wanneer de hond geen aanstalten meer maakt om zijn kluif mee te nemen naar een andere plek, maar rustig in de bench blijft liggen totdat hij is uitgekloven.
Is de hond eenmaal zover, dan gaat u door met de volgende stap. Iedere keer wanneer de hond wil gaan slapen, bijvoorbeeld na een wandeling of een spelletje, dan brengt u de hond rustig naar zijn bench. Als de hond in de bench gaat liggen (al dan niet op uw aanwijzing) beloont u de hond door hem een speeltje of iets lekkers in de bench te geven. Wanneer de hond een mand, een ligbed of iets dergelijks had, maak het de hond dan gemakkelijker door deze (in elk geval voorlopig) weg te halen. Past de mand of het ligbed in de bench, dan kunt u die daarin natuurlijk goed gebruiken! Wanneer de hond uit zijn bench komt met de bedoeling om op een andere plek te gaan slapen, brengt u hem, net zoals eerst met de kluif, weer rustig terug naar zijn plaats.
Is de hond zover, dat hij zonder problemen in de bench wil liggen slapen en deze zelfs regelmatig zelf opzoekt, dan sluit u als de hond gaat slapen voor een tijdje het deurtje. U geeft hem hierbij de eerste keer weer een kluif of een kong. U gaat nog niet weg, dat is pas de laatste stap. Mocht uw hond nu toch onrustig worden en/of gaan janken of blaffen, dan is het heel belangrijk dat u juist nu goed reageert. Dat wil zeggen: zolang de hond onrustig is, negeert u hem volkomen! U mag hem vooral niet troosten of geruststellen, want dan voelt de hond zich beloond voor zijn onrustige gedrag en zal hij dit dus blijven herhalen. Ook kunt u beter niet op hem mopperen, want ook dan krijgt hij toch aandacht van u en dat is precies waar hij om vraagt. Zodra de hond stil is, ook al is het maar even, gaat u op dat moment naar hem toe. Wees niet uitbundig, maar open gewoon het deurtje alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Laat de hond direkt gewoon zijn eigen gang gaan; het is niet de bedoeling dat u door uw gedrag de indruk wekt alsof er iets heel bijzonders is gebeurd.
Pas wanneer de hond rustig in de bench blijft liggen met het deurtje dicht, terwijl u thuis bent, neemt u de laatste stap. Als u (eerst voor korte tijd) weggaat, sluit u de hond op in de bench. Geef hem de eerste keer weer een kluif of kong.
Een extraatje om de hond zover te krijgen dat hij uit zichzelf met plezier in de bench gaat is nog het volgende. Leg regelmatig een paar hondenbrokjes of ander lekkers achterin de bench, op een moment dat de hond niet ziet dat u dit doet. De hond zal het al gauw de moeite vinden om telkens weer in zijn bench te gaan kijken of er misschien wel weer "zo maar" wat lekkers ligt.
Veel tijd
Misschien denkt u, als u dit verhaal gelezen heeft, dat een goede bench-training erg veel tijd en moeite zal kosten. In de meeste gevallen kunt u de omschreven stappen echter al binnen één tot twee weken allemaal nemen. Wel is het belangrijk dat u de hond echt stap voor stap aan de bench laat wennen en dat u daar zoveel tijd voor neemt als bij uw hond nodig is. Het resultaat moet namelijk zijn, dat de hond probleemloos alleen kan blijven in de bench, omdat hij dit als zijn eigen veilige ligplaats ziet. U mag de hond daarom ook nooit voor straf in zijn bench sturen (want dan wordt het juist een vervelende plek)! Als u kinderen heeft zult u erop moeten letten dat zij de hond als deze in zijn bench ligt ook nooit storen of lastigvallen. De bench moet juist een plek zijn waar de hond zich rustig terug kan trekken.
Tenslotte: laat een hond NOOIT de halsband om in de bench: wanneer de hond door allerlei rare bewegingen met de halsband ergens achter blijft haken, kan hij stikken!
Bron: Hondenschool 't HOS